blijft uw vennootschap groot na wijziging in de verbondenheid delboo advocaten.jpg

In het arrest van 19 september 2023 heeft het hof van beroep zich uitgesproken over de vraag of een vennootschap die op geconsolideerde basis groot is, maar op afzonderlijke basis klein, na een wijziging in verbondenheid meteen of pas na twee jaar als een kleine vennootschap kwalificeert. Het hof volgt het standpunt van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen en de fiscale rulingdienst, die uitgaan van de onmiddellijke doorwerking van dergelijke wijziging. Een belangrijk arrest met positieve fiscale gevolgen.

Fiscale impact

De kwalificatie van een vennootschap als groot of klein heeft, naast een aantal vennootschapsrechtelijke gevolgen, zoals een meer of minder uitgebreide jaarrekening, ook belangrijke fiscale gevolgen. Tal van fiscale gunstmaatregelen, zoals het gunsttarief in de roerende voorheffing via liquidatiereserves, de korting kmo-portefeuille, verhoogde investeringsaftrek,… zijn uitsluitend voorbehouden voor kleine vennootschappen.

Groottecriteria

Het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV) bevat een aantal groottecriteria die bepalen wanneer een vennootschap klein of groot is. Een vennootschap kwalificeert als klein als zij op balansdatum van het laatst afgesloten boekjaar, niet meer dan één van de volgende criteria overschrijdt (als ze twee of drie van deze criteria overschrijdt, is ze dus groot):

  • jaargemiddelde van het aantal werknemers: 50;
  • jaaromzet, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde: 9 000 000 euro;
  • balanstotaal: 4 500 000 euro.

Als een vennootschap met één of meerdere andere vennootschappen is verbonden, worden deze criteria inzake omzet en balanstotaal berekend op geconsolideerde basis, waarbij rekening wordt gehouden met de andere vennootschappen binnen de groep.

Om te vermijden dat een eenmalige en onverwachte wijziging binnen een vennootschap ertoe zou leiden dat de vennootschap meteen geconfronteerd wordt met nieuwe regels en verplichtingen, heeft de wetgever in een uitgestelde werking voorzien. De kwalificatie op basis van de groottecriteria heeft slechts gevolgen indien twee opeenvolgende boekjaren meer dan één van de groottecriteria worden overschreden of, omgekeerd, niet meer dan één. Dit heeft tot gevolg dat een vennootschap die in het jaar 2023 en het jaar 2024 meer dan één van de groottecriteria overschrijdt, pas vanaf het jaar 2025 de bepalingen voor grote vennootschappen dient te volgen. Deze overgangsmaatregel wordt het consistentiebeginsel genoemd.

Beoordeling van de groottecriteria na een herstructurering?

De beoordeling van de groottecriteria lijkt op het eerste zicht weinig problemen op te leveren. Maar hoe verhouden het consistentiebeginsel en de groottecriteria zich ten opzichte van elkaar bij een wijziging in verbondenheid van vennootschappen?

De rechtbank van eerste aanleg te Brugge sprak zich op 17 mei 2021 in dit verband uit over de volgende feiten. De aandelen van een dochtervennootschap van een internationale groep werden in 2017 verkocht. Op afzonderlijke basis was de dochtervennootschap klein, maar op geconsolideerde basis binnen de internationale groep was de dochtervennootschap groot. De dochtervennootschap vraagt de toepassing van de investeringsaftrek voor kleine vennootschappen voor het boekjaar 2017, waarin de verkoop heeft plaatsgevonden en ze dus geen deel meer uitmaakt van een groep.

De vennootschap baseert zich hiervoor op het advies van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen (CBN). Onder het “denk eerst klein-principe” is het CBN van oordeel dat een vennootschap die niet langer verbonden is, moet beoordeeld worden op afzonderlijke basis en dit ook voor de twee voorafgaande jaren. Met andere woorden, een vennootschap die niet langer verbonden is en op afzonderlijke basis, in de twee jaren voorafgaand aan de wijziging, niet meer dan één van de groottecriteria overschrijdt, kan meteen als klein worden beschouwd. Ook de fiscale rulingdienst volgt dit standpunt.

De rechtbank van eerste aanleg te Brugge oordeelt echter dat de CBN met dit advies een voorwaarde toevoegt aan de wet en dat, ingevolge het consistentiebeginsel, de dochtervennootschap pas als klein zal worden beschouwd in het tweede boekjaar dat volgt op het jaar waarin de verkoop heeft plaatsgevonden. Volgens de rechtbank te Brugge moet na de wijziging in verbondenheid nog steeds rekening gehouden worden met de voorheen verbonden vennootschappen bij de beoordeling van de groottecriteria.

Hof van beroep Gent sluit zich aan bij het standpunt van de CBN en de rulingdienst

Bij arrest van 19 september 2023 heeft het hof van beroep te Gent zich bij het standpunt van de CBN en de fiscale rulingdienst aangesloten. Het hof is van oordeel dat het advies van de CBN het meest aansluit bij de bedoeling van de wetgever. Een vennootschap kan dus meteen klein worden in het jaar waarin de verbondenheid wegvalt, indien de vennootschap op afzonderlijke basis niet meer dan twee groottecriteria overschreden heeft in de voorbije twee boekjaren.

Deze uitspraak is welgekomen en kan bovendien belangrijke fiscale voordelen opleveren. Zo kan een holdingvennootschap, die voordien vaak de fiscale gunstregimes voor kleine vennootschappen niet kon toepassen door haar verbondenheid met de groep, na het wegvallen van deze verbondenheid een liquidatiereserve aanleggen (bv. met de meerwaarde op de verkochte aandelen) met het oog op een latere fiscaal gunstige winstuitkering.

 

Recente nieuwsitems