Zoals eerder besproken in onze nieuwsbrief (lees hier) komen familiale vennootschappen die relatief veel vastgoed bezitten en geen of lage personeelskosten hebben, slechts in aanmerking voor de fiscale gunsttarieven in de Vlaamse schenk- en erfbelasting indien zij aantonen dat zij een reële economische activiteit uitoefenen. Het hof van beroep te Gent heeft in dit verband recent geoordeeld dat vastgoedactiviteiten die op een duurzame wijze een maatschappelijke meerwaarde genereren en het louter passief beheer van onroerend goed overstijgen, wel degelijk een reële economische activiteit uitmaken (Gent 21 juni 2022).
Nieuwsbrief september 2022
Als naar aanleiding van een latere dividenduitkering blijkt dat een vennootschap niet voldeed aan de voorwaarden om een liquidatiereserve aan te leggen, is er in totaal 30% roerende voorheffing verschuldigd op het uitgekeerde dividend. Maar wat nu met de heffing van 10% die werd betaald bij de aanleg van de liquidatiereserve? Een antwoord op een parlementaire vraag brengt duidelijkheid (Vr. en Antw. Kamer 2021-22, nr. 55-084, 154).
Wordt fiscaal misbruik een rariteit? Twee recente vonnissen van de rechtbank van eerste aanleg te Gent over de inbreng in de huwgemeenschap of de wijziging van een huwelijksstelsel gevolgd door een schenking doen alleszins het beste vermoeden. In beide zaken werd de belastingplichtige in het gelijk gesteld. Fiscaal misbruik aantonen blijkt eens te meer een moeilijke opgave voor de fiscus.
Bij het opstellen van hun huwelijkscontract kunnen echtgenoten allerhande regelingen opnemen voor wanneer hun huwelijksstelsel wordt ontbonden. Denk bijvoorbeeld aan een effectenrekening van de man die bij zijn overlijden aan zijn echtgenote toekomt. In een recente voorafgaande beslissing heeft de Vlaamse Belastingdienst (Vlabel) zich over een dergelijk specifiek beding uitgesproken en de vraag beantwoord of dit aanleiding geeft tot erfbelasting (voorafgaande beslissing nr. 22027 d.d. 15 juli 2022).